Tholen – Bij de teler staat de opbrengst nog vaak op één wat de rassenkeuze voor zijn uien betreft. Jan Boone van uiensorteer- en pakstation Bowa uit Waarde en vertegenwoordiger André Boot van Hazera wijzen in dit interview op de noodzaak om vooral in te zetten op kwaliteit. “Het houdt bij de oogst niet op, de Hollandse uien gaan de hele wereld over. We hebben een naam hoog te houden. Het is belangrijk dat je niet later in de keten de negatieve gevolgen ervaart doordat telers zich blindstaren op de opbrengst.”
Jan Boone en André Boot
Nieuwe teeltgebieden
“Elke grond heeft zijn eigen ras nodig. Daarom is het zo belangrijk dat de telers een goed advies krijgen welk ras voor welke grond geschikt is”, benadrukt Jan. “In de nieuwe teeltgebieden worden er nu nog veel uien afland verkocht, maar men heeft er ook steeds meer oren naar om de uien langer te bewaren. Dat moet wel meegenomen worden in de rassenkeuze.” Dat is André met hem eens. “De grond, maar ook het teeltdoel zijn belangrijke overwegingen. Kies je voor levering afland, de korte of de lange bewaring, dat maakt nogal wat uit. We hebben de laatste jaren een behoorlijke verschuiving gezien van de uienteelt in het zuidwesten van het land naar de nieuwe teeltgebieden in Midden- en Oost-Brabant en Drenthe. Dat zijn over het algemeen lichte gronden, daarvoor heb je rassen nodig die rustig groeien.”
Fusarium speelt dit jaar een grote rol in de uien, met name in de traditionele teeltgebieden. Volgens André is vroeg beregenen met grote hoeveelheden water met de haspel waardoor de grond dichtslaat een belangrijke oorzaak, maar is er in veel gevallen ook een link met pinkroot, een phoma die de wortels aantast, waardoor een ingangspoort ontstaat voor fusuarium. “Daarom is het raadzaam een ras te kiezen met een snelgroeiend wortelgestel, waardoor de uienplant in staat is constant nieuwe wortels aan te maken.”
Jan is ervan overtuigd dat de nieuwe teeltgebieden de komende jaren verder zullen uitbreiden, ten koste van de teelt in het zuidwesten. “De opbrengstverschillen zijn significant en het maakt nogal wat uit of je 80 ton of 20 ton van een hectare haalt. Ook dit jaar zie je dat hoe zuidelijker je komt, hoe slechter het wordt. De nieuwe teeltgebieden hebben veel minder last van ziektedruk.” Een hoger prijsniveau van dan vorig jaar is volgens André voor deze telers dan ook een must. “Anders gaat er in het zuidwesten volgend jaar een schip met wintertarwe de grond in.”
“Zeker gezien het krimpende middelenpakket is het erg belangrijk dat de zaadveredelingsbedrijven blijven inzetten op ziekteresistente rassen”, zegt de uienverpakker. Volgens André wordt daar vol op ingezet. “We hebben al een geel uienras dat meeldauwtolerant is en ook in de rode uien hebben we een ras met een zelfde tolerantie die eraan zit te komen. Ook hebben we zowel in de rode als gele uien proeven met uien met een hoge resistentie tegen fusarium. Alleen duurt het jaren voordat je zo’n ras commercieel op de markt hebt. Wij moeten in de veredeling eigenlijk vijftien jaar vooruit plannen.”
Druppelirrigatie
De droogte speelde dit jaar ook de uienteelt weer parten en Jan is dan ook fervent voorstander van druppelirrigatie. “Natuurlijk is dat voor de boer een investering, maar hij kan vervolgens wel altijd beregenen, heeft veel minder ziektedruk en veel meer energie in zijn uien. Boeren zeggen weleens dat er ook jaren zijn dat ze het niet nodig hebben, maar in de laatste vijf jaar hebben ze het één jaar niet nodig gehad en in die vier jaar dat ze de druppelirrigatie wel goed konden gebruiken, waren de prijzen ook goed. Ik ben ervan overtuigd dat ze die investering eruit halen.” Volgens André zou het ketenbrede uienonderzoeksproject Uireka een verdere rol kunnen spelen in het onderzoek. “Niet alleen naar irrigatie en fertigatie, maar ook op het gebied van de stress- en zouttolerantie van de uien.”
“Ook groen rooien vinden wij heel belangrijk, mits dat natuurlijk mogelijk is met de weersomstandigheden”, vervolgt Jan. Volgens Boot is dat een valkuil voor veel telers. “Onlangs hebben we een test gedaan met een tiewrap rond groene uien die al gestreken waren. Bijna iedereen dacht dat die uien nog wel zouden groeien, maar er kwam echt niets meer bij. Dat was voor veel telers echt een eye-opener.”
Voor dit seizoen lijken er qua afzet veel lichten op groen te staan. “Wij gaan het liefste zo snel mogelijk over van de plantuien op de zaaiuien en die overgang verliep dit jaar ideaal”, vertelt Jan. “De vraag is breed en in Europa zijn er minder uien, dus de kans is groot dat veel Europese landen vroeg aan de markt zijn. De prijzen zijn hoog gestart en dat is fijn, maar het ook risicovol, want er is veel geld onderweg. Boeren die 30 cent afland voor hun uien konden krijgen, zullen niet zomaar de deuren van hun cellen opendoen, zeker nu je met de huidige energiekosten er zomaar een paar cent bovenop kunt tellen. Maar duur of niet, belangrijk is dat we uien van een hoogwaardige kwaliteit naar onze (verre) afzetbestemmingen kunnen sturen.”
Bron: “Kies een uienras dat past bij je grondsoort en teeltdoel” (agf.nl)