uien-naar-senegal-header

Studiereis naar Senegal

Afgelopen week heeft Hazera, samen met van Meir en een groep uientelers uit Nederland en België, een bezoek gebracht aan Senegal. We hebben met eigen ogen kunnen zien waar onze Nederlandse uien terechtkomen. Elk jaar importeert Senegal tussen september en januari zo’n 180 to 200.000 ton Nederlandse uien. Ze worden gelost in de haven van Dakar waar ze door verschillende importeurs ingeklaard en daarna gedistribueerd worden door het hele land, maar ook naar buurlanden als Gambia, Mauritanië, Mali etc.


Van schip naar land

Het handmatig lossen van een schip geladen met 55.000 ton duurt ongeveer een week. In dit geval zakken rijst van 50 kg. De grens voor uien is op dit moment gesloten. Uien worden zowel los als per container ingevoerd.

Goede kwaliteit is belangrijk

Voor deze markt is het belangrijk om een goede kwaliteit ui te exporteren. De weg van de Nederlandse ui naar de consument in Senegal is namelijk erg lang. Nadat de ui per boot in Dakar is aangekomen wordt hij per vrachtwagen of paardenkar naar de kleine lokale markten en winkels getransporteerd. De temperaturen in die periode zijn rond de 30 graden en de uien kunnen niet gekoeld worden.

Op de markt

De groothandelsmarkt in Dakar

De groothandelsmarkt in Dakar

Met paard en wagen

Lokaal vervoer vanaf de groothandelsmarkt naar de kleinere markten en winkels

Andere wetten

Onze arbowetten gelden daar niet

Andere leefomstandigheden

De Senegalezen consumeren erg veel uien, geschat wordt dat men ongeveer 30-35 kg per persoon per jaar gebruikt. Omdat de meeste Senegalezen niet over een koelkast beschikken wordt er dagelijks boodschappen gedaan en koopt men alleen wat nodig is voor de maaltijd van die dag. Dat betekent dus ook dat vaak maar 1 of 2 uien per keer gekocht worden. Op dit moment kosten de uien voor de consument ongeveer € 1,10 per kg. Dat zijn hele hoge prijzen want het minimum dagloon is € 2,5 per dag. Bovendien hebben de meeste mensen geen vast werk, het werkeloosheidspercentage ligt op 70%.

Andere kwaliteit

In Senegal worden in de droge tijd veel uien geteeld, het grootste oppervlak door veel kleine telers verspreid over het land in de gebieden waar men beschikt over grondwater. Vaak zijn dit kleine percelen die tegen de duinen langs de kust liggen. De zaai vindt plaats vanaf begin oktober tot begin februari. Vanaf het moment dat de lokale uien op de markt zijn, is de grens voor import gesloten. De lokaal geproduceerde uien hebben niet de kwaliteit zoals wij die kennen en kunnen dan ook maar zeer kort bewaard worden. Naar schatting wordt er in Senegal zo’n 13.000 ha uien geteeld waarvan ongeveer 11.000 ha door de kleinere telers.

Uienteelt met druppelirrigatie

Uienteelt met druppelirrigatie

In gesprek met de bedrijven

Tijdens de reis hebben we ook de kans gehad om een viertal grote bedrijven te bezoeken in de regio ten oosten van Dakar. Primeale teelt sinds 15 jaar met name bonen, suikermais en bosui voor de export naar Europa. Een enorm groot bedrijf wat aan 4500 mensen werk verschaft. Sinds een jaar of 5 zijn QVS en Lion Agricole actief in dezelfde regio, zij focussen zich met name op de productie voor de lokale markt en produceren dus ook veel uien. Ongeveer 3 jaar geleden is QFS gestart, zij produceren met name bonen voor de export en heel veel andere producten voor de lokale markt zoals uien, maar ook wortel, peper, tomaat en sla.

Al deze bedrijven werken 100% met druppelirrigatie en pompen water op van soms tot wel 300 meter diep. Ook geldt voor alle bedrijven dat ze veel mensen in dienst hebben. Het wieden, oogsten en sorteren is allemaal handwerk wat voornamelijk door vrouwen gedaan wordt. De mannen doen het onderhoud van de machines, zaaien, leggen van de druppelslangen en laden/lossen van de vrachtwagens. Het personeel wordt dagelijks gebracht en gehaald door lokale transporteurs, een hele logistieke operatie.

Met dank aan van Meir en Hans Ham voor de uitstekende organisatie.

Meer weten? Neem contact op met onze gewasspecialisten Ui!

From the Benelux, Wit-Lof!

14 februari. Het is Valentijnsdag. De dag waarop je je geliefde éxtra in het zonnetje zet. In dit artikel vertellen we je wat meer over onze zeer geliefde witlof! Wat zijn de ontwikkelingen van witlof rondom Hazera? En wat maakt het telen van deze groente zo leuk? Wij geven je de antwoorden.

Wat is witlof precies?

Eerst wat achtergrondinformatie. Witlof is een groente die ook bekend staat als endive of chicon en is een van oorsprong Belgisch product. Het is een familielid van andijvie en wordt veel gebruikt in Europese keukens, vooral in België, Frankrijk en Nederland. Het groeit in donkere, schaduwrijke omgevingen en heeft een mild, bittere smaak. Witlof wordt vaak gekookt en gebruikt in salades, soepen en stamppotten. Het is rijk aan voedingsstoffen, zoals vitaminen, mineralen en antioxidanten, en wordt vaak beschouwd als een gezonde en voedzame groente

In gesprek met een Hazera Hero!

Twaalf jaar geleden startte Denis Desrumaux voor Hazera. Hij heeft een achtergrond als witlofteler en is inmiddels Crop Specialist Witlof. “Toen ik bij Hazera begon, hadden we ongeveer 3% marktaandeel. Onze eerste successen waren toen voornamelijk Platine en Zilia. Inmiddels zijn we al 10 jaar bezig met onze hoofdrassen Topscore (half vroeg ras) en Flexine (laat ras). Hiermee bezitten we ondertussen 85% marktaandeel in de Benelux. Op dit moment zijn Maroline, Ecrine en Beguine onze vroege rassen, topscore en Daufine en Laurine onze midden rassen, Flexine en Djine onze late rassen. Met dit mooie portfolio van rassen kunnen witloftelers de markt jaarrond voorzien van prachtige goudgele kropjes.

Denis en zijn witlof

Het proces uitgelegd, with love!

Het proces uitleggen is voor Denis geen probleem: “Witlof is een twee jaarlijks product. Het eerste jaar, in mei, worden de zaadjes in het veld gelegd en daar ontstaat dan een penwortel. Na 130 à 170 groeidagen in september, oktober, november en december gaan die penwortels het veld uit en komen ze in grote koelingen. Hier worden ze tot -1,5 graden ingevroren en het jaar daarna halen ze die penwortels er beetje bij beetje uit en dan worden ze op bakken of in de grond gezet. Witlof uit de grond is grondwitlof en witlof uit de bakken met water noemt men Hydrowitlof. Het tweede jaar halen we ze eruit en hebben we rassen voor het vroeg-, midden-, en het late seizoen. Hierdoor kunnen ze jaarrond met penwortels witlof telen.

Wat maakt witlofteler zijn nou zo leuk?

Denis: “Het leukste van telen van witlof is dat het een hele specifieke teelt is die technische heel moeilijk in elkaar zit. Niet iedereen kan daar zomaar induiken. Je moet minimaal 3-4 jaar meelopen voordat je weet hoe het werkt. Dat is het leuke. Wij nemen onze telers bij de hand om zo het beste resultaat te behalen. Het is een twee jaarlijks gewas, dus de vernieuwing komt er niet heel snel. Je hebt twee jaar nodig om te zien of je product voldoet. En dat wil je dan meerdere jaren achter elkaar zien. Zeker als je met een en nieuw product komt. Dan heb je zeker 6-7 jaar nodig voordat je eigenlijk echt kan doorbreken. Met andere gewassen gaat dat veel sneller.

Enne… wat maakt witlofteler voor Hazera zijn nou zo leuk?

Denis: “Met Hazera werken voor boeren. Daar hebben wij een hele sterke, warme band mee. Dat vind ik leuk. Het is altijd leuk om met mensen te werken die de markt kennen en die natuurlijk óók over de lange termijn nadenken.”

Meer weten over witlof? Neem dan contact op!